Hoe geef je betekenis aan een interieur?

Op 21 september 2015

Een architect kan voor een kleur kiezen omdat deze bijvoorbeeld de lengte van een gang benadrukt. Maar dat is een architectonische waarde, de gebruiker heeft daar niets aan. Betekenis geven aan een interieur, toegevoegde waarde creëren voor de eindgebruiker, dat is waar ik naar streef.

Op Schiphol worden klompen, molens en andere pictogrammen gebruikt in combinatie met geluid om mensen te helpen herinneren waar ze hun auto hebben geparkeerd. Als we bij een gezonde populatie al met pictogrammen en geluiden werken, dan moeten we voor ouderen met dementie toch creatiever kunnen zijn dan ruimtes een naam of nummer geven. Wat er bedacht wordt, heeft vaak een te hoog abstractieniveau. Je kunt kamerdeuren van de bewoners van zorginstellingen beter persoonlijk maken. Een foto van de persoon op de deur kan helpen, maar dan wel één die aansluit bij het beeld dat de oudere van zichzelf heeft, misschien wel een jeugdfoto.

Verder stoort het me dat in zorginstellingen alle deuren vaak dezelfde vorm en kleur hebben: privékamers, sanitair, kamers voor het personeel – de gang is één lange rits gelijke deuren. Dat is zo’n ongelukkige keuze. Verschillende deuren en kleuren voor verschillende functies kunnen mensen ondersteunen. De omgeving wordt intuïtief leesbaar.  

Dicht bij het echte

Belangrijk daarbij is je doelgroep goed te kennen, je rekenschap te geven van de situatie waarin de gebruiker zich bevindt. Neem nu kunst in zorgcentra. Vaak wordt er gekozen voor abstracte werken. Maar mensen die dergelijke centra bezoeken of bewonen staan vaak zo onder stress, dat ze geen abstracte kunst kunnen verwerken. De hersenen hebben de restcapaciteit niet om interpretatievragen op te lossen.

Natuurafbeeldingen werken wel heel goed. Echte, natuurlijke materialen ook. Als je naar zorgomgeving kijkt, dan zien we veel plastic. Het materiaal is dood. Bewoners leven in een bubbel: tussen onechte materialen, in een kunstmatig klimaat. Dat kan veel beter. De beleving die we creëren, wordt bepaald door de materialen die we kiezen. Hoe dichter we bij het echte blijven, hoe meer toegevoegde waarde het heeft voor de gebruiker. Dat is waardoor ik gedreven word.

Fiona de Vos - eigenaar van studio dVO | Bewuster Bouwen en docent Omgevingspsychologie aan de Universiteit van Amsterdam. Op het evenement KOMT DAT ZIEN op donderdag 12 november bij ons ‘Over de Vloer’ geeft zij een presentatie over omgevingspsychologie. 
 

Feel free to share