Licht en kleur als wegwijzer

Op 06 oktober 2015

Het eerste wat je doet als je een ruimte binnenkomt, is je oriënteren. Waar ben ik? En de vraag is niet alleen waar je bent, maar ook waar je naartoe gaat. Wat kom je doen? Wie iemand gaat ontmoeten, wil zichtbaar in de ruimte zitten. Rustige krantlezers zoeken een hoekje, terwijl flexwerkers een lekkere grote tafel willen. In een open ruimte lijkt het misschien fijn als je alles in één keer kan overzien. Maar juist in zo’n zee van mogelijkheden is het prettiger als je de ruimte stapsgewijs kunt ontdekken.

Ongemerkt geleid

In de multifunctionele Keynes Club in Amsterdam kom je binnen in een grote ruimte waar van alles gebeurt. En dat terwijl er geen traditionele receptie is. Er is wel een koffiebar die dienst doet als receptie. De kunst is dus bezoekers hierheen te leiden voor de twijfel toe kan slaan. Naast een optimale indeling hebben we meerdere middelen ingezet om dit voor elkaar te krijgen. De tint van de vloerbedekking geeft een duidelijk verschil aan tussen de openbare ruimte waar je loopt en intiemere plekken waar je plaatsneemt. Bewegen is licht en dus dynamisch. De zitgedeeltes ogen juist wat donkerder met een rustgevende houten vloer. De plek waar je naartoe moet, baadt in het licht: een grote lampenkap als eyecatcher zet de witte koffiebar opvallend in de spotlights. Het voelt vanzelfsprekend om je hier als eerste te melden.

Het contrast van goud

Om iets in het oog te laten springen, gebruiken we ook vaak goud. Ik vind goud mooi, warm en licht. Het contrasteert met bijna alle andere materialen zonder dat het vloekt. Een stralende blikvanger dus, die daardoor ook functioneert als blikgeleider. Kijk hier en daarna daar. In de gangen van Blauw in Den Bosch hebben we gekozen voor gouden deuren om te duiden waar de fitnessruimtes zijn. Een gewone, minder contrasterende kleur zou de deuren hebben weggestopt. Je zou het idee kunnen krijgen dat er een noodtrap of bezemkast achter schuilgaat. Goud zegt onherroepelijk “hier moet je wezen, hier is een bijzondere plek, open mij.”

Vernieuwing of vervreemding?        

De vraag die ik me als interieurarchitect stel is: Wat wil je zien als je een ruimte binnenkomt? Een gebouw heeft een ziel en de inrichting moet daarbij aansluiten. Een bibliotheek bijvoorbeeld, is geen station of hotel. Dus bij modernisering ervan moet je het archetype van een bibliotheek niet uit het oog verliezen om bezoekers niet in verwarring te brengen. Dit spelen met het spanningsveld tussen verwachtingspatroon en verrassing, tussen cliché en vernieuwing, is één van de leukste aspecten van architect zijn, maar ook een niet te onderschatten verantwoordelijkheid. Een ruimte kan nog zo spectaculair zijn, wie er zich gedesoriënteerd voelt maakt het liefste rechtsomkeer.

Juliet Wong is interieurarchitecte bij Mulderblauw architecten.
 

Fototografie portret: Muriel Janssen
Fotografie interieur: Studio de Nooyer

Feel free to share